De reisgezelschappen ‘Stad van Kansen’ en ‘Stad van Samen’ van Blik op Eindhoven hadden een gezamenlijke bijeenkomst op 23 juli. Een vraag stond centraal: Hoe kunnen we een meer diverse groep Eindhovenaren bereiken én betrekken bij deze onderwerpen? En daarbij: waar ligt die verantwoordelijkheid?
Albert Kivits, directeur van de bibliotheek, heet de groep welkom en trapt af. Dat Eindhoven in beweging is staat vast. ‘We zien dat Eindhoven groeit. Eindhoven pakt op het gebied van technologie steeds groter uit. Maar we zien ook dat de armoede toeneemt. De kloof tussen arm en rijk lijkt groter te worden,’ vertelt Albert. Aanwezigen herkennen dit. Een deelnemer vult aan: ‘Je vraagt je af of je kinderen nog in Eindhoven kunnen blijven wonen.’ Of dat door een woningtekort of het duurder worden van woningen dat niet meer mogelijk gaat zijn in de toekomst.
De bibliotheek probeert op die ontwikkeling in te spelen. Bijvoorbeeld door het organiseren van activiteiten om kinderen, jongeren en kwetsbare groepen zoals laaggeletterden aansluiting te laten vinden. Dat vraagt om actie, vertelt Albert. Van de bibliotheek en zeker ook daarbuiten. Er ontstaat een verhit gesprek met veel vragen: de gemeente vraagt burgers om een nieuwe blik op Eindhoven, maar waar is de gemeente in deze bijeenkomst? Waarom gaan ambtenaren niet zelf de wijk in om in gesprek te gaan met burgers? En wat gebeurt er uiteindelijk met de input en ideeën van de reisgezelschappen? Belanden plannen niet op de grote stapel?
Een van de deelnemers voegt daaraan toe dat burgers ook bepaalde verantwoordelijkheden hebben in de stad. ‘We mogen ook iets van inwoners vragen.’ Dat roept de vraag op: ‘Hoe doe je dat dan?’ Verschillende mooie voorbeelden komen op tafel. Een Eindhovenaar die een gezin heeft begeleid naar hulp. Een andere Eindhovenaar die een buurtgenoot aansprak over iets waaraan hij zich stoorde en waaruit een mooi gesprek ontstond. Conclusie: het gaat er vooral om dat je het samen met elkaar doet. Ieder moet een steentje bijdragen, zowel inwoner als gemeente.
Het gesprek gaat verder over het vergroten van de opkomst en de diversiteit aan deelnemers. Tijdens de vorige bijeenkomst werd aangekaart dat daar nog winst te behalen is. Geconstateerd wordt dat de huidige groepen vooral bestaan uit witte, hoogopgeleide mannen en vrouwen met een gemiddelde leeftijd van 55. Het leidt tot een levendig gesprek over welke (groepen) mensen er nog missen en welke rol de huidige deelnemers kunnen spelen in het verrijken van de reisgezelschappen. Een van de deelnemers kent ondernemers, een andere deelnemer zet een vraag uit bij expats. En weer een ander gaat aan de slag met hulpverleners die zich bezighouden met armoede in de stad en laaggeletterden. Een breed netwerk aan potentiële deelnemers dus!
De deelnemers zetten zich in om de volgende keer ieder tenminste één nieuw iemand mee te nemen, om de reisgezelschappen meer een afspiegeling van Eindhoven te maken.